Fotografie
Fotografie
5 Tips voor de betere landschapsfoto
De meest voorkomende vraag die mij voortdurend gesteld wordt is deze: “hoe maak ik een betere foto?”. En dan maakt het niet uit of deze ‘betere foto’ nu betrekking heeft op portretten, landschappen, natuur, macro, met een flitser, iedereen wil graag suggesties en tips en tricks hebben over hoe je het ‘betere foto’s maken’ nu het beste kunt benaderen. Gelukkig gaat het bij Moor Fotografie over ‘Mensen Leren Fotograferen’. Met andere woorden: je bent aan het juiste adres! Naast alle creatieve en andere subjectieve overwegingen om een foto te maken, zijn er een aantal fundamentele stappen die hoe dan ook je fotografie op een hoger plan brengen. In welk genre dan ook. Vandaag wil ik een aantal van deze stappen met je delen die ik heb geleerd als het gaat over landschapsfotografie. Fotografeer tijdens het Gouden Uurtje – De reden dat deze tijd het ‘gouden uur’ wordt genoemd is tweeledig: allereerst vanwege de kwaliteit van het licht, dat door de lage stand van de zon meer geelachtig (goudkleurig) is en veel meer flatterend is dan het harde zonlicht in de tussenliggende uren. Als tweede omdat foto’s die in deze uren gemaakt worden veel gemakkelijker verkocht worden dan andere foto’s. Misschien ben je helemaal niet geïnteresseerd in het verkopen van je werk, maar beelden in deze uren gemaakt worden nu eenmaal veel meer gewaardeerd. Algemeen gesproken kun je het beste landschapsfoto’s maken net na zonsopkomst en net voor zonsondergang. Met de zon net boven de horizon baadt het landschap zich in gouden kleurtonen. Plan je fotomomenten daarom zorgvuldig. 
Zoek vooraf naar een goede locatie – Het is één ding om te weten wanneer je moet fotograferen, het is een heel ander ding om te weten waar je moet fotograferen. Het gaat er om dat het landschap en de lichtomstandigheden perfect bij elkaar komen. Goed visualiseren is dus nodig. Handig zijn daarbij bepaalde websites of apps waarmee je kunt visualiseren hoe de zonnestand op een bepaalde datum en tijdstip is, geprojecteerd op Google Maps. Een uiterst handig hulpmiddel dus. Bijvoorbeeld The Photographers Ephemeris en PhotoPills. Beperk de hoeveelheid materiaal die je meeneemt het veld in. Landschappen lenen zich uitermate goed voor een wijder perspectief. En daarom ligt de keuze voor een groothoeklens erg voor de hand. Haal die 100mm macrolens gerust uit je tas. En die zware 70-200mm telelens ook maar (hoewel je met die laatste ook mooie landschapsfoto’s kunt maken, maar dat is weer een ander verhaal). Neem een camera en je wijdste lens mee. Voor mij is dat de Nikon D500 of de Nikon D7100 in combinatie met de Sigma 17-50mm f/2.8. Natuurlijk zijn er nog wijdere lenzen, tot wel 10mm, maar die heb ik simpelweg (nog) niet in mijn bezit. Daarnaast heb ik ook geen flitsers, lampstatieven of paraplu’s nodig. Een goed statief, een reservebatterij, een afstandsbediening en extra geheugenkaarten zijn wel van belang. Daarmee kan ik met een gelukkig gevoel landschappen fotograferen! 
Fotografeer in de portretstand – Ik weet het, dat klinkt een beetje (heel) gek, maar landschappen gaan niet alleen maar over de voorgrond of de achtergrond. Er zijn elementen van beiden die je in de foto wilt hebben. Zelfs wanneer je met een groothoeklens in de landschapsstand (liggend) fotografeert, is het beter om het gebied in staand formaat (portretstand) vast te leggen en achteraf aan elkaar te stitchen in je favoriete bewerkingspakket (bijvoorbeeld Photoshop). Op deze manier kun je meer van zowel het landschap als de lucht vastleggen dan wanneer je het hele landschap in één shot in de landschapsstand doet. 
Leg de horizon in het midden – De ‘normale’ compositieregels vertellen je dat de horizon juist niet in het midden hoort, maar op 1/3 van boven of beneden, conform de Regel van Derden. Uiteraard is er niks mis met deze compositieregel. Maar bij het vastleggen van landschappen, zeker wanneer je meerdere beelden aan elkaar stitcht, is het beter om de horizon in het midden te plaatsen. Dat is omdat er dan minder distortion (vervorming) zit in de delen waar het om gaat. Wanneer de software de beelden aan elkaar stitcht, probeert het de overlappende delen over elkaar te leggen en zo een match te maken. Als de horizon niet in het midden ligt (en dat geldt zeker voor groothoeklenzen), zal er enige vervorming optreden in de vorm van rondstaand beeld. Dit is nu eenmaal verbonden aan de technische kant van dit soort lens. Het gaat er dus om om de vervorming rondom de horizon te verminderen. Achteraf kun je dan wel voldoende croppen/bijsnijden . Op deze manier kun je het stitchproces een stuk soepeler laten verlopen! 
Zoek vooraf naar een goede locatie – Het is één ding om te weten wanneer je moet fotograferen, het is een heel ander ding om te weten waar je moet fotograferen. Het gaat er om dat het landschap en de lichtomstandigheden perfect bij elkaar komen. Goed visualiseren is dus nodig. Handig zijn daarbij bepaalde websites of apps waarmee je kunt visualiseren hoe de zonnestand op een bepaalde datum en tijdstip is, geprojecteerd op Google Maps. Een uiterst handig hulpmiddel dus. Bijvoorbeeld The Photographers Ephemeris en PhotoPills. Beperk de hoeveelheid materiaal die je meeneemt het veld in. Landschappen lenen zich uitermate goed voor een wijder perspectief. En daarom ligt de keuze voor een groothoeklens erg voor de hand. Haal die 100mm macrolens gerust uit je tas. En die zware 70-200mm telelens ook maar (hoewel je met die laatste ook mooie landschapsfoto’s kunt maken, maar dat is weer een ander verhaal). Neem een camera en je wijdste lens mee. Voor mij is dat de Nikon D500 of de Nikon D7100 in combinatie met de Sigma 17-50mm f/2.8. Natuurlijk zijn er nog wijdere lenzen, tot wel 10mm, maar die heb ik simpelweg (nog) niet in mijn bezit. Daarnaast heb ik ook geen flitsers, lampstatieven of paraplu’s nodig. Een goed statief, een reservebatterij, een afstandsbediening en extra geheugenkaarten zijn wel van belang. Daarmee kan ik met een gelukkig gevoel landschappen fotograferen! 
Fotografeer in de portretstand – Ik weet het, dat klinkt een beetje (heel) gek, maar landschappen gaan niet alleen maar over de voorgrond of de achtergrond. Er zijn elementen van beiden die je in de foto wilt hebben. Zelfs wanneer je met een groothoeklens in de landschapsstand (liggend) fotografeert, is het beter om het gebied in staand formaat (portretstand) vast te leggen en achteraf aan elkaar te stitchen in je favoriete bewerkingspakket (bijvoorbeeld Photoshop). Op deze manier kun je meer van zowel het landschap als de lucht vastleggen dan wanneer je het hele landschap in één shot in de landschapsstand doet. 
Leg de horizon in het midden – De ‘normale’ compositieregels vertellen je dat de horizon juist niet in het midden hoort, maar op 1/3 van boven of beneden, conform de Regel van Derden. Uiteraard is er niks mis met deze compositieregel. Maar bij het vastleggen van landschappen, zeker wanneer je meerdere beelden aan elkaar stitcht, is het beter om de horizon in het midden te plaatsen. Dat is omdat er dan minder distortion (vervorming) zit in de delen waar het om gaat. Wanneer de software de beelden aan elkaar stitcht, probeert het de overlappende delen over elkaar te leggen en zo een match te maken. Als de horizon niet in het midden ligt (en dat geldt zeker voor groothoeklenzen), zal er enige vervorming optreden in de vorm van rondstaand beeld. Dit is nu eenmaal verbonden aan de technische kant van dit soort lens. Het gaat er dus om om de vervorming rondom de horizon te verminderen. Achteraf kun je dan wel voldoende croppen/bijsnijden . Op deze manier kun je het stitchproces een stuk soepeler laten verlopen! 
