Of je nu jezelf als amateurfotograaf ziet of als iemand die z’n familiekiekjes wil verbeteren, er zijn vaak nog zoveel dingen waarmee je je eigen foto’s verbeteren kunt. Hieronder geef ik je een aantal tips waarmee je daadwerkelijk betere foto’s gaat maken.
Wees voorbereid
Zorg dat je spullen klaar zijn voor gebruik. Verzamel alles wat je nodig hebt in één plaats. Een cameratas is hiervoor natuurlijk ideaal, omdat je hiermee alles in één plek bij elkaar hebt en het gemakkelijk te vervoeren is. Alles zit dan op z’n plaats. In een goede cameratas kun je vanalles kwijt, zoals bijvoorbeeld een ministatief, extra accu’s en batterijen, geheugenkaarten, filters, etenswaren en allerlei andere accessoires.
Hou je camera stil
Onscherpe foto’s zijn meestal het gevolg van het niet stilhouden van de camera. Alleen al het feit dat je zelf niet volledig stil kunt staan, veroorzaakt al voldoende beweging om je foto’s onscherp te maken.
Dus zorg dat je zelf èn de camera stabiel staan voordat je de foto maakt.
Zet je voeten stevig op de grond en druk je ellebogen tegen je lichaam aan. En in plaats van het LCD-scherm (of liveview bij een DSLR) kijk je door de zoeker heen. Je kunt extra stabiliteit creëren door tegen een muur of boom aan te leunen. Of je kunt het bewegingsrisico volledig uitsluiten door een statief te gebruiken.
Sta je eenmaal stevig, druk dan geleidelijk de ontspanknop met een vloeiende beweging in. Door te hard op de ontspanknop te drukken loop je het risico de camera naar beneden te duwen.
Dichterbij
Een verschil tussen een kiekje en een geweldige foto is de compositie. Tenzij je een landschap fotografeert, kun je de meeste foto’s al een stuk verbeteren door dichter naar je onderwerp toe te gaan. Afhankelijk van de situatie kun je naar je onderwerp toe gaan, of gebruik maken van de zoomfunctie van je lens voor een vergelijkbaar effect. Hoewel het niet helemaal hetzelfde is. Door dicht op je onderwerp te kruipen kun je veel van de achtergrond buitensluiten. Je zult verbaasd staan van het resultaat.
Maak meer foto’s
Zelfs professionals maken veel foto’s van hetzelfde onderwerp, om uiteindelijk maar een enkele te gebruiken. Met een digitale camera kun je de beelden die je niet aanstaan gewoon weer verwijderen en zo alleen de goed e foto’s overhouden. Dus wees niet te bang om veel foto’s te maken. Zorg voor variatie. Verander steeds het standpunt een beetje, ga wat dichterbij, pas de belichting wat aan, etc.
Waarom zou je niet je hele geheugenkaart (hmm, da’s misschien weer wat overdreven, maar je begrijpt mijn punt) volschieten met foto’s van je kind in het zwembad, of je dochter die helemaal gelukkig is met de verkleedkleren? Hoe meer foto’s je maakt, hoe beter ze uiteindelijk zullen worden. En dan zijn er altijd wel een aantal die precies de juiste snaar raken.
Varieer met de belichting
Door natuurlijk licht te gebruiken zullen de huidskleuren beter uitkomen als je mensen fotografeert. Als het niet nodig is, probeer dan niet uit alle macht toch maar die flitser te gebruiken. Buiten is het gebruik van natuurlijk licht eenvoudig, maar bij binnenfotografie moet je wat meer creativiteit aan de dag leggen. Maak gebruik van invallend licht door een raam voor warmere kleuren dan wanneer je de flitser inzet.
Experimenteer ook met natuurlijk licht. Je krijgt sterkere schaduwen door je onderwerp dichter bij een raam te plaatsen en te laten draaien. Kijk dan goed hoe verschillend het effect van de schaduwen is.

Vermijd rode ogen
Het rode ogen effect is het resultaat van licht dat door de achterkant van de oogbal wordt terug gereflecteerd. Met name bij gebruik van de flitser zie je dit terug, omdat flitslicht niet zo diffuus is als daglicht. En dan bedoel ik met name wanneer de flitser in dezelfde lijn als de lens staat. Dus: bij de interne flitser.
Bij gebruik van een opzetflitser is het al wat minder, omdat die wat hoger geplaatst is, maar toch treedt het effect vaak op. Vermijdt dit gebruik dus zoveel als mogelijk.
Een andere optie om dit effect te vermijden is door je onderwerp niet in de lens te laten kijken. Hierdoor wordt het licht niet in de lens gereflecteerd.
Kun je het gebruik van de (interne) flitser niet vermijden, kijk dan eens of er op je camera een anti-rode-ogen optie zit. Dat scheelt altijd wat.
Let op ongedwongen situaties
In plaats van de geposeerde foto’s van twee (of meer) mensen die direct in de camera kijken, kun je ook wat foto’s maken van situaties waarbij ze met elkaar de interactie aangaan. Heel eenvoudig twee mensen die met elkaar praten is vaak al interessanter dan twee mensen die naast elkaar staan te kijken in de camera.
Probeer het maar eens. Het maakt je portretfoto’s meer natuurlijk en minder geposeerd.

Creëer een situatie
Je onderwerp midden in de foto plaatsen is doorgaans saai. Je krijgt veel interessantere composities wanneer je het onderwerp juist uit het midden plaatst. Dit is een belangrijke techniek. Lees dit artikel over de regel van derden eens. Plaats je onderwerp dan ongeveer op een snijpunt van deze lijnen en zoek er een leuke achtergrond bij.

Doen – Doen – Doen
Het toepassen van deze technieken is echt niet moeilijk. Je moet er even op leren letten. En net als bij zoveel dingen moet ook dit een gewoonte worden. Dus –en ik zeg het zo vaak- komt het in de essentie weer hier op neer: gewoon DOEN!
Goede tips, Peter!
Dankjewel!
Volgens mij klopt er iets niet bij compositie: Je onderwerp midden in de foto plaatsen is doorgaans saai. Je krijgt veel interessantere composities wanneer je het onderwerp juist uit het midden plaatst.
Je zegt tweemaal hetzelfde maar het eerste is saai en het tweede interessant. Ik denk dat je ergens het woord ‘niet’ vergeten bent? 🙂
Bert, dank voor je reactie. Je moet echter goed lezen. In de eerste zin heb ik het over ‘in het midden’ en in de tweede zin over ‘uit het midden’. Er staat dus wel degelijk iets anders.
Je hebt gelijk, het zal zondagse ochtendmoeheid geweest zijn die me parten speelde.
Wat een leuke site heb je Peter, ik ben zelf ook vaak met foto’s bezig, ook met paintShop. Zal de link ook doorsturen naar onze Stef, die vindt het ook vast wel interessant.