Fotografie
Een kleurzweem in je foto’s, herken jij dat? Wie niet zou ik bijna zeggen. Zo’n ‘fraaie’ blauwe of oranje tint over het gehele beeld heen, terwijl het er zeker weten niet was toen je de foto maakte. Nou, dat is nu precies wat er gebeurt wanneer je de witbalans niet goed hebt ingesteld. Of wanneer de automatische witbalans (AWB) van je camera er naast zit. Waarom is de witbalans zo belangrijk? En kun je het later nog oplossen? En is het ook mogelijk om zelf de correcte witbalans te bepalen? Lees verder voor wat antwoorden. Elk type lichtbron heeft een verschillende lichttemperatuur. Kaarslicht heeft een warmere kleurtemperatuur dan een TL lamp. Het zonlicht op een zonnige dag is koeler dan ’s middags op een bewolkte dag. Dit licht zorgt er voor dat objecten in je foto een beetje warmer er uit zien (oranje/rode kleuren) of juist kouder (blauwe kleuren). Onze ogen zijn gelukkig in staat om kleine afwijkingen vanzelf te corrigeren, zodat we het verschil niet eens merken. De camera kan dat echter helemaal niet. De camera weet helemaal niks over de omstandigheden waaronder de foto is gemaakt. De camera kan niet ‘zien’ dat het een bewolkte dag was. De camera kan ook niet weten of je binnen of buiten bent of onder een heldere kantoorlamp staat. De camera is een computer, en die weet van zichzelf niks. Maar inmiddels is de techniek zover dat de camera wel een redelijke schatting kan maken. Hiervoor kijkt de camera naar het helderste deel in de foto en neemt aan dat dat de kleur wit zal zijn. En dat is een logische aanname. De meeste buitenfoto’s hebben wel ergens een wit stukje wolk, en in een binnenfoto zit meestal wel een stuk witte muur. De camera kalibreert alle kleuren die in het beeld zitten gebaseerd op het stukje witte aanname. Helaas schat de camera het ook wel eens fout in. Vaak is de reden hiervan dat er simpelweg geen wit in het beeld aanwezig is en daarom ook geen goed referentiepunt. Dat is de reden waarom foto’s soms een oranje of blauw kleurzweem hebben. Zoals je hier goed kunt zien: Soms is het nodig om de camera te voorzien van wat extra informatie. Eén manier om dit te doen is via de witbalansinstellingen. Wanneer je de witbalans instelt op Bewolkt, dan vertel je de camera dat het licht wat de lens binnenkomt en op de sensor val een bepaalde kleurtemperatuur heeft. De software van de camera herkent dat en kalibreert vervolgens de kleuren op een correcte wijze.
Witbalansinstellingen
Elke spiegelreflexcamera en ook de meeste compactcamera’s zijn voorzien van een set kant-en-klare kleurtemperatuurinstellingen. Je kunt die vinden in het menu van de witbalansinstellingen of via een knop op de achterkant of bovenkant van je camera. Hier zijn een paar verschillende instellingen en wat ze doen:- Bewolkt: deze instelling compenseert voor het diffuse licht wat je op een bewolkte dag krijgt. Het voegt meer warmte toe aan de kleuren, alsof de zon ondergaat op een herfstdag.
- Fluorescerend: deze instelling is gemaakt om te compenseren voor het fluorescente kantoorlicht ofwel TL-licht. Het neutraliseert de blauwe gloed die je vaak in kantoren ziet.
- Schaduw: het licht in de schaduw is niet zo warm en direct als zonlicht. Het heeft de neiging om beelden blauw te maken als je deze witbalansinstelling niet gebruikt om dit te compenseren.
- Kunstlicht: deze instelling compenseert voor het oranje licht wat (gloei)lampen in woningen zo kenmerkt.
- Auto: dit is de standaardinstelling voor de witbalans. En voor mij ook tevens de meest gebruikte. Hiermee geef je de camera geen informatie over de lichtomstandigheden. Het werkt in de meeste situaties, maar is niet altijd de beste keuze. Gebruik deze instelling dan ook het liefst met RAW foto’s, dan kun je achteraf de witbalansinstellingen nog aanpassen.