De ISO is 1 van de 3 pijlers uit de belichtingsdriehoek, samen met diafragma en sluitertijd. Met de ISO wordt de gevoeligheid van de pixels op de sensor aangeduid. Waar diafragma een sluitertijd een fysieke invloed op het beeld hebben, heeft de ISO een elektronische invloed.
De ISO kan elektronisch versterkt worden waardoor elke pixel meer licht in dezelfde tijd kan opnemen. Dit heeft wel een keerzijde. Hoe gevoeliger een pixel wordt ingesteld, hoe gevoeliger de pixel ook wordt voor storingen. Die storingen zie je terug in de foto als ruis. Daarnaast zorgt een hogere ISO ook voor een verminderd dynamisch bereik en wordt de accuraatheid van de kleuren verminderd.
De ISO wordt aangeduid in hele getallen. De basiswaarde voor de meeste camera’s is 100 of 200 en kan oplopen tot inmiddels voorbij de 102400. De techniek staat hierin niet stil en deze grens zal steeds verder opgerekt worden. Elke verdubbeling of halvering van de ISO betekent een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid licht en wordt aangeduid met stop of lichtstop. Deze stops zijn inwisselbaar met stops van het diafragma of de sluitertijd.
Hieronder vind je een duidelijke uitleg over ISO en wat het doet: