Strobist fotografie is de laatste tijd erg populair geworden door de vooruitgang in de technologie en zeker ook door toedoen van internet en alle sociale media. In eerste instantie was de flitser puur bedoeld om extra licht te creëren. Nieuwe technologie, in ieder geval beschikbaar voor de consumentenmarkt (lees: betaalbare technologie) maakt het mogelijk om dat extra licht op andere, creatieve manier in te zetten. Zeker met de opkomst van de goedkopere radio triggers zoals de Cactus V4 en de RF602 kreeg strobist fotografie een extra boost. Hieronder laat ik wat essentieel strobist materiaal zien en hoe het gebruikt kan worden.
Studioflitsers en reportageflitsers
Het eerste en belangrijkste materiaal in de strobist setup is natuurlijk de studioflitser of de reportageflitser. Elk soort heeft zijn eigen voor- en nadelen en de mate van effectiviteit hangt erg veel af van het doel wat je er mee voor ogen hebt.
Studioflitsers
Het grootste voordeel van de studioflitser is de flitskracht. Een studioflitser is vele malen sterker qua flitskracht dan een reportageflitser en geeft de fotograaf hiermee de mogelijkheid om de nacht te veranderen in de dag of het belichten van een onderwerp op een afstand. De keerzijde is echter de flexibiliteit. Omdat een studioflitser normaal gesproken groot is, staan ze op een flitsstatief. Het werkt niet echt lekker om die eraf te halen en er zo mee te werken. Daarbij komt nog dat een studioflitser afhankelijk is van netstroom. Je moet dus toegang hebben tot een stopcontact of, als je buiten fotografeert, je moet een accupack of een generator hebben. Het meest voor de hand liggende domein van de studioflitser is dus, hoe logisch, in de studio.
Reportageflitsers
Een reportageflitser mist het vermogen van de studioflitser. Maar wat ze tekort komen in flitskracht maken ze weer goed door hun portabiliteit en formaat. Alle reportageflitsers werken op batterijen. Combineer dit met hun klein formaat en je merkt dat deze flitsers gemakkelijk en niet te opvallend gebruikt kunnen worden. En bij een buitenshoot heb je geen problemen met de aanvoer van stroom. Natuurlijk kun je meerdere flitsers combineren, zodat de flitskracht van een studioflitser benaderd kan worden. Een reportageflitser kan in principe overal geplaatst worden. Of het nu op de camera is, of op een lampstatief, of op de grond, of in een boom of gewoon in de hand, het maakt allemaal niet uit. Veelzijdigheid is hier troef dus.
Lampstatief
Een studioflitser heeft gewoonlijk zijn eigen lampstatief, maar deze kunnen natuurlijk ook gebruikt worden om een reportageflitser op te zetten. Een lampstatief is in veel gevallen een handig accessoire. Zo kun je hiermee je flitsers overal plaatsen en vanuit elke gewenst hoek laten flitsen. Ook als je gebruik gaat maken van een zogenaamde ‘modifier’ (ik heb er even geen beter woord voor 😉 ) is een lampstatief een uitkomst.
Modifiers
Eén van de mooiste aspecten van strobist fotografie is de mogelijkheid die je hebt om het licht dat uit de flitser komt te controleren en elk gewenst effect kunt geven. Met het juiste strobist materiaal ben je in staat om de richting van het licht, de kleur van het licht, de hoeveelheid en de hardheid van de eventuele schaduw en de intensiteit van het licht te bepalen door gebruik te maken van deze modifiers.
Paraplu’s en Softboxen
Het licht van de flitser (studio of reportage) kan teruggekaatst worden met een reflectieparaplu of kan door een witte paraplu of softbox heen geflitst worden. Dit leidt tot een verzachting en verspreiding van het licht waardoor harde lichtval en schaduw wordt voorkomen. Om dit principe goed te begrijpen moet je maar eens iemand voor een muur zetten en met alleen een kale flitser fotograferen. Resultaat is een witte vlek op het gezicht en een harde schaduw op de muur. Ziet er niet echt lekker uit…. Dit kan voorkomen worden door gebruik te maken van een paraplu of een softbox.
Parapluhouders
Een lampstatief is in feite niet meer dan een telescopische paal, ondersteund door drie poten. Een parapluhouder is een basale toevoeging hierop waardoor je de mogelijkheid hebt om zowel een paraplu als ook een flitser bovenop het lampstatief te plaatsen.
Snoots, Grids en Gobo’s
Hier is eigenlijk ook geen goede vertaling voor. Omdat deze items onder deze namen het meest bekend zijn, laat ik het ook zo. Een snoot is een holle buis die om de kop van de flitser heen geplaatst wordt om te voorkomen dat het licht gaat verspreiden of dat het valt op een plaats die je juist niet wilt. Het richt het flitslicht naar de (kleine) plaats die jij wilt. In dat opzicht is een snoot in feite het omgekeerde van een paraplu of softbox. Qua lichtval dan.
Een grid is een snoot met daarin allemaal kleine buisjes geplaatst die het licht nog nauwkeurig en smaller op een bepaalde plaats richt. Snoot en grids kunnen voor diverse doeleinden ingezet worden. Bijvoorbeeld als haarlichtje bij een portretopname of om een dramatisch spotlight effect te creëren om zo een bepaald deel van de compositie meer te benadrukken.
Net zoals een snoot en een grid wordt een gobo ook gebruikt om het licht in een bepaalde richting te dwingen. Een gobo wordt vaak gebruikt om te voorkomen dat er licht op een bepaald deel van de compositie valt, terwijl het verder wel overal heen mag. Een gobo lijkt nog het meeste op een zwarte kaart die aan vier zijden van de flitskop geplaatst kan worden, zodat het licht niet die richting uit kan. Uiteraard is het mogelijk om meerdere gobo’s tegelijk te gebruiken.
Kleurgels
Vaak is het doel van fotografie het simuleren van de werkelijkheid. Dat betekent vaak het correct overbrengen van alle kleuren en kleurtonen van het onderwerp in de uiteindelijke afbeelding. Maar helaas heeft licht de eigenschap dat het de kleur aanneemt van het oppervlak waarop het gereflecteerd wordt. Om dit weer te corrigeren kan de strobist fotograaf gebruik maken van gels. Een gel is een klein stukje gekleurd transparant polymeer dat voor op de flitser geplaatst wordt. Wanneer geflitst wordt door de gel, neemt het flitslicht de kleur van de gel mee en geeft zo een kleureffect of kleurcorrectie aan de foto. Bijvoorbeeld: je wilt een blauwe kleurzweem in de foto corrigeren met behulp van een flitser. Dan moet je een zogenaamde CTO gel (Colour Temperature Orange) gebruiken op de flitser. Op deze manier krijg je weer de juiste kleuren in je foto.
Sync kabel en Radio Triggers
Strobist fotografie staat voor fotografie met de belichting door een flitser die los van de camera staat. Grote vraag is natuurlijk hoe je de flitser kunt laten afgaan als jij de foto maakt. Lange tijd was hiervoor niets anders beschikbaar dan de oude vertrouwde sync kabel. Gelukkig heeft de technologie niet stilgestaan en hebben tegenwoordig ook nog de mogelijkheid om een radio trigger te gebruiken. Hiermee raakt de flitser pas ècht los van de camera! Het geeft de strobist fotograaf een ongekende vrijheid en bewegingsruimte.
Sync Kabel
Op het eerste gezicht is een sync kabel niet meer dan een draadje die de camera verbindt met de reportageflitser of de studioflitser. En zo simpel is het eigenlijk ook in het gebruik. Maar niet alle camera’s en flitsers zijn compatibel met een sync kabel. Wat nodig is, is een PC sync port. Gelukkig zijn er nu opzetblokjes te koop voor zowel de camera als de flitser waarmee deze voorzien wordt van een PC sync port. Persoonlijk vind ik een sync kabel een onpraktische en dure oplossing. Het beperkt je behoorlijk in je bewegingsvrijheid en dus ook in je creativiteit. Gelukkig is er een betere oplossing hiervoor:
Radio Triggers
Een radio trigger is een klein stukje technisch vernuft waarmee het mogelijk wordt om de flitser af te laten gaan vanaf een bepaalde afstand. Er is dus geen fysiek contact meer nodig tussen de camera en de flitser. Op de hotshoe wordt een zender geplaatst die een signaal uitzendt wanneer de sluiter open gaat. Dit signaal wordt opgevangen door de ontvanger die aan de flitser verbonden is en hiermee de flitser af laat gaan. Radio triggers zijn verkrijgbaar in diverse prijsklassen en met verschillende mogelijkheden. Het mooie van een radio trigger is naast de vrijheid die het biedt dat een onbeperkt aantal flitsers tegelijk aangestuurd kan worden, op diverse afstanden en in verschillende hoeken. En dat zonder kabel of verplichte zichtlijn (zoals die bij infrarood aansturing nodig is). De andere kan van de medaille kan zijn dat, zeker bij de goedkopere varianten, de betrouwbaarheid iets minder is, de werkafstand enigszins beperkt is en dat de maximale sync snelheid wat beperkt is. En je hebt natuurlijk batterijen nodig.
Kort samengevat
- Het grootste voordeel van een studioflitser is het vermogen ofwel de flitskracht. Een studioflitser kan tot wel 10x krachtiger zijn dan een reportageflitser.
- Een reportageflitser wordt gevoed door batterijen. Dit in combinatie met het kleine formaat van de reportageflitser maakt ze uitstekend geschikt voor gebruik op een buitenlocatie.
- Met een lampstatief kun je overal de flitser plaatsen, in elke gewenst hoek; flexibiliteit om het licht te richten.
- Een paraplu of softbox wordt vaak gebruikt om het flitslicht te verzachten en schaduwen te verminderen.
- Een parapluhouder of swivel is een basaal onderdeel waarmee je zowel de paraplu als de flitser op het lampstatief kunt plaatsen.
- Een snoot is een (lange) buis die op de flitskop geplaatst wordt om het licht gericht op één plaats te laten vallen.
- Een grid is een snoot gevuld met kleine buisjes waarmee nog gerichte een lichtspot gemaakt kan worden.
- Een gobo ziet er uit als een zwarte kaart die aan één van de vier zijden van de flitser om lichtval in die richting te voorkomen.
- Een radio trigger is een handig stuk techniek waarmee je draadloos vanaf een afstand een flitser kunt laten flitsen.
Hallo Peter, een zeer duidelijke uitleg, ben er sinds kort mee bezig, voor het mentoraat van de fotoclub, fotografeer ik mensen die bezig zijn met techniek, of machines bedienen, erg leuk.
Tof, leuk om te horen Harrie!